Deze week stonden in plaats van de gebruikelijke training, onderlinge oefenwedstrijden op het programma. De spelers werden verdeeld over vier vakken met elk hun eigen trainer/coach. Er werden twee wedstrijden gespeeld van elk 2 x 12 minuten. In beide wedstrijden kregen de spelers een andere opdracht. Door het filmen van deze wedstrijden kunnen de spelers over twee weken tijdens de videobespreking precies zien wat ze goed en fout doen en waar dus meer op geoefend moet worden.
Het doel van de eerste wedstrijd stond in het teken van verdedigen. De spelers kregen de opdracht om door het hele veld open te verdedigen, wat betekend dat ze dus altijd opengedraaid staan naar de bal. Daarnaast moest worden voorverdedigd. Na de eerste 12 minuten hadden de trainers 6 minuten de tijd om met hun enkele dingen te bespreken of oefenen die verbeterd konden worden de tweede helft. Zo was het voorverdedigen na een lange bal een aandachtspunt. De verbeterpunten konden na de korte bespreking met de trainers in de tweede helft worden opgepakt door de spelers.
In de tweede wedstrijd werd er gefocust op het aanvallen. In een nieuwe vak samenstelling kregen de spelers de opdracht om voor te komen over de voorvoet en daarnaast korf te pakken als ze werden overgeslagen. Na de training van vorige week die in het teken stond van looplijnen, ging dit nu veel beter en werden er mooie goals gescoord.
Na een dik uur korfballen zat de “training” van deze week er weer op. Volgende week maandag staat de training in het teken van het herhalen van de onderwerpen uit de eerste vier trainingen. Waarna over twee weken de videofragmenten uit de onderlinge wedstrijden worden bekeken en geanalyseerd. Deze training zal vervolgens in het teken staan van de aandachtpunten die uit de videoanalyse zijn gekomen.